magnolia

home2

trein2

tripsin

tuin2

zondag 12 april

 

We lopen naar de nabije kerk van Onze Lieve Vrouw, het is 9 uur en de koster komt er aan en doet voor ons open. Hij is heel vriendelijk en vertelt een heleboel over de kerk en haar geschiedenis. Ook deze kerk is, net als die in Diest, gebouwd in Demergothiek en met ijzerzandsteen als voornaamste bouwmateriaal. Veel van de indertijd indrukwekkende inventaris is in de 19de eeuw te gelde gemaakt om de kerk in stand te kunnen houden. Zo verdwenen de gebrandschilderde ramen met de afbeeldingen van de schenkers van de kerk en hun patroonheiligen naar Engeland. Ook delen van het koorgestoelte gingen die kant op. In de Eerste Wereldoorlog wilden de Duitsers de kerk verwoesten om een beter schootsveld te verkrijgen; Aarschot lag in de frontlinie. De kerk bleef echter behouden. Voor veel inwoners liep het slechter af, ze werden in de kerk opgesloten en daarna gedeporteerd of ter plaatse om het leven gebracht. Ook in de Tweede Wereldoorlog werd Aarschot getroffen, het begijnhof en de Hertogenmolens werden deels verwoest en beschadigd, maar de kerk bleef gespaard. Volgens de koster vlogen enkele inwoners van Aarschot mee met de bommenwerpers van de RAF, die het op het station voorzien hadden, en zij wezen de weg.

 

De Onze Lieve Vrouwekerk van Aarschot met het gereconstrueerde begijnhof (1955)

De Onze Lieve Vrouwekerk van Aarschot met het gereconstrueerde begijnhof (1955)

 

De kerk is deels in restauratie, de altaren in het transept worden schoongemaakt en hersteld. De schimmel in het houtwerk is verdreven door het aanleggen van vloerverwarming, maar de daardoor drogere atmosfeer zorgt voor vervormingen en scheurvorming in het soms eeuwenoude houten meubilair, zoals de preekstoel en de biechtstoelen. De koster vertelt dat de kerkfabriek graag een beiaard in de toren wil, maar door de conditie van enkele houten balken in de toren is men daar toch huiverig voor. De beiaard mocht eens naar beneden komen en wie weet ook de beiaardier.

 

Het doksaal (circa 1508) in de Onze Lieve Vrouwekerk

Het doksaal (circa 1508) in de Onze Lieve Vrouwekerk

 

Het Sacramentsaltaar (circa 1692)

Het Sacramentsaltaar (circa 1692)

 

We nemen de rustige weg naar Haacht en komen mooi op tijd aan in het Arboretum Wespelaar.

 

We worden rondgeleid door juf Magda, onderwijzeres aan de basisschool die aan de tuin grenst. Ze begint met te bekennen dat zij geen dendrologe is, maar gaandeweg de wandeling blijkt haar kennis van bomen onuitputtelijk te zijn. Ook is zij een gepassioneerd imker en weet alles van natuurlijke geneesmiddelen.

Het arboretum is een uit de hand gelopen hobby van graaf De Spoelberch, die op het aansluitend landgoed woont. De graaf was directeur van een bekende bierbrouwerij en vandaar dat de centrale vijver in het 20 ha grote domein de Artoisvijver heet. De graaf heeft een paar honderd soorten magnolia's verzameld en nog veel meer bomen en die krijgen we onderweg te zien. De magnolia's zijn niet alleen prachtig om te zien en (meestal) te ruiken, ze zijn ook onderzoeksobjecten, waarvoor zelfs studenten uit het Verre Oosten de reis naar Wespelaar maken. De tuinlieden experimenteren met kunstmatige kruisbestuiving van de bloemen, hetgeen de termen ''bedekte maagden'' en ''naakte maagden'' voor de bloemen heeft opgeleverd.

 

De Artoisvijver in het Arboretum Wespelaar is een verwijzing naar een biermerk

De Artoisvijver in het Arboretum Wespelaar is een verwijzing naar een biermerk

 

De magnolia's staan in een apart deel van de tuin bij elkaar, allemaal op heuveltjes omdat ze anders te nat zouden staan. De grond bestaat uit vette en zure leemachtige klei en het arboretum ligt in een laagte met slechte afwatering. De grond is door zijn samenstelling uitstekend voor magnolia's, maar te nat en vandaar de heuveltjes en de drainage die is aangebracht.

De magnolia's bloeien met roze en witte bloemen. De (zeldzame) geelbloeiende soorten bloeien helaas nog net niet, we zijn even te vroeg om dat spektakel te kunnen zien. Het is een van de vele redenen om in een andere periode van het jaar nog eens terug te komen. Medio oktober zijn de herfstkleuren in het arboretum spectaculair, dus dat zou een uitgelezen moment zijn.

 

Bloeiende magnolia's

Bloeiende magnolia's

 

En nog meer bloeiende magnolia's

En nog meer bloeiende magnolia's

 

Tussen de magnolia's staan forse eiken, deels in lanen aangeplant die ons verrassende vista's bieden op het naastgelegen openbare park en de domeinen van de diverse leden van de grafelijke familie die op het arboretum aansluiten. De eiken worden af en toe opgesleund (het woord bestaat echt!).

Juf Magda brengt haar klas en nu ook ons graag naar de talrijke bijzondere bomen die hier solitair staan en die allemaal iets griezeligs hebben: de doodsbeenderenboom, Judasboom en zo meer. Veel bomen dragen verrassend lekkere vruchten, maar ook daarvoor zouden we moeten terugkomen.

Het laatste deel van de wandeling voert ons door een met waterlopen doorsneden tuingedeelte, waar veel rododendrons tussen de bomen staan. Het water wordt kunstmatig ingelaten vanuit het Kanaal van de Dijle dat langs het arboretum loopt.

 

De waterlopen worden gevoed met water uit het Kanaal van de Dijle

De waterlopen worden gevoed met water uit het Kanaal van de Dijle

 

De wandeling duurt ruimschoots langer dan de afgesproken twee uur, maar dat kwam door het enthousiasme van de groep, waardoor Magda aangenaam getroffen zei te zijn. Ook onze gebleken deskundigheid vond zij een opvallende kwaliteit.

Aldus gecoiffeerd strijken we neer op het zonnige terras van het cafetaria, waar we onze meegebrachte boterhammen kunnen verorberen onder het genot van een kopje koffie uit de automaat, want meer restauratieve voorzieningen zijn hier niet.

De vermoeidheid na de lange wandeling door af en toe moeizaam terrein en de toenemende zonnewarmte nemen de animo weg om aansluitend nog een wandeling op eigen gelegenheid door het arboretum te maken en tegen half vier vertrekken we weer naar Nederland.

 

Naar Vlaanderen 11 april