Verslag tuinendag Noord Brabant, Langstraat en Sleeuwijk, zaterdag 27 mei
Bel de regionale voorzitter of secretaris van Groei en Bloei en die reikt, uiteraard vanwege louter enthousiasme, je een aantal concrete tuinadressen om te bezichtigen. Peter en Kees waren drie maanden geleden ook zo begonnen in hun allereerste stappen om een tuindag te organiseren. Met groot succes!
Het weer was prachtig, dat heb je uiteraard niet in de hand, maar onder die douche van zonnestralen mochten we drie tuinpareltjes bezoeken. Iedereen was vol lof richting organisatoren en de tuineigenaren.
Hof 't Einde
We verzamelden ons in de eerste tuin aan diverse tafels met koffie, thee en appeltaart met facultatieve slagroom..Bij mijn tafelgenoten terug, met taart in de hand, merkte ik op: “Een minpuntje heb ik al gevonden, er zijn geen taartvorkjes.” Han: “met een lepeltje gaat het ook”. Ik zei “je hebt gelijk” Zelf heb ik al zesendertig identieke taartvorkjes en eenzelfde aantal theelepeltjes aan mijn uitzet toegevoegd, mocht ik ooit nog toekomen aan tuinbezoek, daarnaast zesendertig soeplepels. Glazen soepkoppen met twee oren heb ik nog niet tot dat aantal weten op te voeren. Koffiekopjes en theekopjes heb ik ook aangesleept uit tal van tweedehands winkels. Ik heb die niet geteld, maar dat overstijgt samen wel het getal van zesendertig vermoed ik. De zevenendertigste gast zal ik tzt. wel uitnodigen met in gedachten de dertiende fee die niet uitgenodigd was op het geboortefeestje van Doornroosje omdat er maar bestek en borden waren voor twaalf personen, en die dertiende fee boos kwam opdraven en een vloek uitsprak.
Het gesprek kwam op “last van mollen. Wat moet ik er tegen doen. Ik heb alles al geprobeerd Moet ik ze vermoorden?”. Het bleef een beetje stil bij de anderen, die waarschijnlijk niet durfden uitspreken dat het laatste toch echt de meest effectieve methode is.
Beppie, gekleed in een jeansachtig soort babydoll ontving ons in haar tuin genaamd Hof 't Einde. Dat was een goed begin.
Drieëndertig jaar had ze er al als tuinervaringsdeskundige op zitten (en toch nog steeds geen taartvorkjes). Gestart met een weiland van vijfduizend vierkante meter en daarna veel kennis opgedaan “uit blaadjes” en tuinbezoeken onder andere bij Dina de Ferme.
Ben je nog niet bij Dina in België geweest, ga er dan spoorslags heen. Ik ben er al twee keer geweest en de laatste keer zou ze nog een verandering doorvoeren. Die tuin blijft op onnavolgbare wijze betoveren. (Actualisatie: Dina is inmiddels verhuisd naar een appartement en haar voormalige huis met tuinen is verkocht en niet meer toegankelijk voor bezoekers. GS)
Enfin, Beppie had inmiddels “mensen van over de hele wereld op bezoek gehad” en haar Buxuscollectie van 232 stuks was vanwege de buxusmot en haar onwil om de strijd aan te gaan geslonken naar slechts EEN. Jan merkte op dat simpelweg water spuiten aan de binnenzijde van de buxus ook al goede resultaten geeft. Voor Beppie kwam die info duidelijk te laat. Maar ze was zoals velen al op het punt gekomen om de tuin te versimpelen want “we willen hier nog tot ons tachtigste blijven wonen”.
Zoals haar buxus ten prooi was gevallen aan beestjes zo ook haar huisje. Dat was zodanig door de boktor aangetast dat het werd gesloopt en er nieuwbouw kwam met rieten kap. Een fotoboek toonde bijna als een film elke bouwfase vanuit alle hoeken.
Meer ellende volgende: “Ik krijg nachtmerries van zevenblad”, zei ze. Maar ik meen dat niemand van ons ook maar één spoor daarvan boven de grond heeft kunnen ontdekken.
Samen met manlief, die in geen velden of wegen was te bekennen, en een, eveneens afwezige, vriend had ze de boel kennelijk goed onder controle. Thuis kan ik ook aan de bak. Het lijkt me dus verstandig om nog niemand met open armen uit te nodigen om teleurstelling te voorkomen, hoewel er wel zes dagen in de week in de tuin wordt gewerkt, vaak ook wel eenmalige projecten.
Er waren twee zeer rustige honden op het gras, twee Italiaanse waterhonden. Ze kwamen niet op ons af, ze blaften niet, ze lagen rustig op het gazon mooi te wezen.
In de voortuin wees Beppie op mooie gevulde borders waarin het meeste nog moest gaan bloeien,. “Vroeger stond dat hier helemaal vol met buxusbollen.”. Ze kreeg geen brok in haar keel, maar je kon haar afgrijzen nog horen. En ik kan met indenken dat iedere tuinier haar geestelijke dal herkent als er flink wat achteruitgang in de tuin is aangericht door het een of ander.
“Ik wilde een grote tuin en nadat we dit hadden gekocht was onze portemonnee leeg, we konden nog net vijf bomen kopen zoals deze treurwilg, maar ik wilde wel verder mijn tuin vullen, dus zette ik een advertentie “wie heeft te grote planten in de tuin, wij komen ze gratis er uit halen. Dus de eerste drie maanden waren we op pad met een aanhanger. Zo kregen we taxus, hulst en viburnum. Er zijn nog steeds planten in de tuin uit die tijd.”
We stonden stil bij een aantal bulgaarse sieruien op weg terug naar de achtertuin.
Een mooi zichtlijn over gazon en door een heg op een Romeinse buste. Even naar rechts was een andere laan aan de grens van het perceel. Daar kreeg ik een adembenemende blik op een fabuleuze boomhut. Hopelijk komt er een foto van bij dit verslag. Haar schoonzoon had die gebouwd. Hoog en met een schuin half rond dak, waarschijnlijk van een oud tuinhuisje, met een hoge trap, waarschijnlijk uit een boerenschuur, met scheepstouwen aan weerszijden die startte vanaf een houten schavot noem ik het maar.
Volgende ellende: een Liquidamber was al dood en stond te wachten op een rooier en twee Essen waren ziek, waaronder de boom waarin de boomhut was gemaakt.
Weleens gehoord van een Choisya Ternata White Dazzler? Een rijkbloeiende struik die een beetje lijkt op een Boerenjasmijn, geeft ladingen witte bloemetjes maar geurt anders, en kan zelfs meermalen per jaar bloeien. Een aanrader dus! Aan deze groene laan zagen we ook een Komkommerstruik en een rode Cercis oftewel Judasboom en begon een stroompje op een verhoging die aan de andere kant in een smalle kleine vijver uitmondde. In elke border had Beppie wel een Baardiris geplaatst. Ergens bloeiden drie oranje-bruine en bij de vijver een grote groep. Beide erg fraai. Ze had ook twee Gleditziabomen, mooi goudgeel dus. Ik word vast geroyeerd als lid van de club als ik vertel welke unieke boom ik uit mijn gazon heb laten verwijderen vorig jaar. Ik wilde gewoon meer doorzicht en minder vallende blaadjes in de herfst.
Beppie had ook ergens een bijzondere salvia die de hele zomer bloeit en s winters naar binnen moet. Persicaria's had ze ook, maar ze ondervond niet dat die zich te erg vermeerderen.
Onder een boom die flink schaduw gaf had ze een muurtje laten metselen met een muurfontein – romantisch en rustgevend. In een hoek, ik denk dat niemand die gezien heeft, stond verscholen achter die grote boom een hoge tuinlantaarn met vier witte bollen. Die had Beppie ook al een tijdje niet meer gezien, want de laatste schoonmaakbeurt was lang lang geleden.
De volgers op de rondleiding van Beppie bevonden zich zonder er erg in te hebben in de verkoophoek. Daar zag ik een paars viooltje in een potje op tafel, nou het was meer een viool, één grote bloem. Ik zeg tegen Bert: “Kijk zo groot, daar heeft Beppie vast veel tegen gesproken”. Bert: “Nou daar heeft ze ook helemaal geen moeite mee.”
Cafetaria Het Karrewiel in Dongen had voor ons binnen tafels gedekt. Slim natuurlijk want zo konden ze nog genoeg passanten kwijt buiten op het terras. De karrewielen aan het plafond hadden moderne witte ronde lampenkappen er omheen gekregen. Wie van ons heeft naar het plafond gekeken? Ben ik te autistisch dat ik zoiets opmerk en me te weinig met de andere leden bemoei?
Bij navraag was het naar vermoeden inderdaad een famliebedrijf omdat mijn tafelgenoot al gezichtsovereenkomsten ontdekte bij het personeel. Degene van het café die het woord deed had geen famlieband, maar mijn tafelgenoot meende toch ook gezichtsovereenkomsten te ontdekken.
We genoten naar mijn idee van BoerBurgerBroodjes. Bert noemde het een boerburgerlunch. De schaal met kroketten en kaassoufflés was na afloop leeg en we togen naar de volgende locatie in dezelfde straat. Die was op nummer 35. Omdat de nummering afliep kwamen Bert en ik in verwarring toen ik op een hoek nummer 31 zag en we meenden te ver gereden te zijn. Nee dat nummer, hoorde kennelijk bij de zijstraat. Het was nog een stuk verder.
Meneer en mevrouw kwamen evenveel aan het woord bij de inleiding. Hier was ook nog maar EEN Buxus over en gelijk een heel bijzondere, want die was in een spiraal geknipt en ik schat twee meter vijftig centimeter hoog. “Ik ben er ook erg zuinig op. Elke dag controleer ik hem”.
We stonden op een grindplein achter het huis en zagen verderop gazon met Ilexbollen. Erg fraai en uitnodigend. De eigenaren waren op zoek gegaan naar “ een groot perceel om een grote tuin aan te leggen. Het huis was ondergeschikt.” Ik dacht hé dat klinkt bekend in mijn oren. Mijn huis is ook ondergeschikt aan de tuin. Mijn huis kan ik wel als museum uitbaten als 'het huis met de mankementen'.
Iemand vroeg “Hoe komt uw grind zo onkruidvrij?” Het antwoord dat kwam zoals ik al vermoedde: “ja, gewoon elke keer als je iets ziet opkomen, bukken en uittrekken.”
Ilex in de plaats van buxus werkt hier niet goed want het is het vaak veel te nat. Er was hier een moeras dat is drooggelegd en er is hier vroeger turf afgegraven. Voor het huis ligt een oude trekvaart, die is in de loop der jaren versmald, daarover werd de turf vroeger afgevoerd. Dus ze waren overgegaan op Eonymus Japonica in de rozentuin. Door het natte voorjaar hadden alle Monarda's het begeven.
De meeste tuindelen, ruim in formaat, waren een plaatje. Een blauw-gele border was nog niet op het hoogtepunt. Een grote metalen kas, prachtig gazon en gazonpaden, mooie borders. Al snel waren de zes stoelen onder het grote rozenprieel met zes staanders bezet en genoten we van het uitzicht en de muziek van Vivaldi uit twee luidsprekers hoog in het prieel. De rozentuin was klassiek aangelegd met rechthoekige vakken, een zit bank, een
grote Franse tuinvaas op sokkel in het midden en twee beelden die in de hagen waren ingebed. Ze stonden nu eigenlijk iets te benauwd in hun nissen.
Het tuingedeelte met de rechthoekige vijver had twee donkere en twee lichte beukenkolommen. Dat vond ik zelf minder geslaagd, maar vooral door de zonligging. De toegang was in de zon en de zitbank stond in de schaduw. Dat moet naar mijn idee precies andersom.
Een ander laantje bood zicht op een met water gevuld zinken bad 'met iemand in bad' dat als grapje bedoeld was, maar kon noch mijn bewondering opwekken noch mijn lachspieren in beweging zetten, en iemand anders die er naar stond te kijken nam zelfs het woord “luguber” in de mond. Het bad was grijs, het water donker, het personage was grijs en het stond in de schaduw. Gauw weer nieuwe inspiratie opdoen, zou ik zeggen.
Ook hier kregen we koffie, thee en zelfgemaakte taart. Vakanties kwamen ter sprake en het “onzinlied” uit 1958 van Johnny Kraaijkamp en Rijk de Gooyer werd afgespeeld: “Op het goudgele strand van Ameland.”. Leuke tekst en melodie, maar ze zingen vier keer hetzelfde.
Ik vroeg nog naar het nut van een afsluitbare poort. “Dat was voor de hond die we vroeger hadden”.
Om de hoek waar de meeste auto's geparkeerd stonden was nog een kleine kwekerij die planten verkocht. Daar werd ook nog doos sommigen gestruind. En Jan wees op een Cornus in een handzaam potje. “De enige vasteplant Cornus", hij bloeit wit en hij groeit heel langzaam.” Er was er maar een en die kan men nu bij een van de leden in zijn tuin in Amsterdam gaan aanschouwen.
Na ongeveer dertig minuten rijden kwamen we bij een deftig en goed onderhouden vrijstaand huis met dubbele poort en sober strak ingerichte voortuin.
Achterom gaf Jeannette iedereen een hand en haar man Cees, spreek uit Kees, was ook van de partij. In 2006 was het huis gekocht. Zij zochten een groot perceel om in te richten met tuinkamerstructuren. Er waren echter twee vijvers. Een grote fout werd gemaakt: de zeilen van vrachtwagen van het transportbedrijf van de vorige eigenaren werden niet verwijderd bij het dichtstorten. Vandaar dat alles dood ging. Het geheel moest dus weer open gegraven worden.
Maar nu was het huis voorzien van een grote serre aan de achterzijde met grote veranda onder leiding van architect Frank Ruiter uit Almkerk.
Tip: heb je je een lelijk dak van schuur of garage, camoufleer deze door leibomen, zoals hier gebeurd was. Dat zou ik zelf in mijn nieuwe tuin ook kunnen doen met het dak van mijn garage.
Vanuit het midden van de serre was een zichtas, de hoofdas, gecreëerd langs een rechte groene laan met Ilexbollen. De laan links er naast had echter al aardig wat kleur in de borders aan weerskanten, onder andere van grote roze Papavers, en deed erg Engels aan, zeer aangenaam om die een paar keer op en neer te lopen. Alle andere lanen waren ook erg groen en lommerrijk. Ook hier moest nog veel in bloei komen.
Er was ook een grote hoge vierkante pergola met bloeiende Wisteria, die op een dwarslaantje was geplaatst van de hoofdas.
Achterin gingen alle groene paden over in fijn grind en met een fors tuinhuis was een sterk Franse sfeer geschapen. In het tuinhuis konden we voor de derde keer vandaag aan de taart en koffie en thee. Wacht dus nog een paar dagen om op een weegschaal te gaan staan.
Enkelen van ons hebben de fraaie slangenheg van liguster opgemerkt die door twee borders slingerde vanaf het tuinhuis. Die heg was de dag er voor nog even bijgewerkt.
Perfecte Hosta's stonden hier in potten en in de volle grond, jalouzie-opwekkend gewoonweg. Het geheim werd door Cees prijsgegeven. Op internet kun je bodem-aaltjes bestellen. In de koelkast bewaren totdat de neuzen van de hostas opkomen en dan die aaltjes bij de neuzen doen. De aaltjes eten de naaktslakken. Voor huisjesslakken moet je met bier in bakjes aankomen denk ik zelf, om ze dronken het Walhalla te doen ingaan.
John reikte de dankbon uit aan de organisatoren Peter en Kees.
Zowel in de eerste als in de laatste tuin waren de rafelrandjes heel verzorgd en dus niet storend. Bij de tweede tuin was die aardig weggewerkt. Bij mij thuis heeft de vorige eigenaresse rafelrandjes, zeg maar rafelranden in twintig jaar opgebouwd. met wekelijks maai afval en gesnoeide takken. Ook die wil ik dus bijwerken en of wegwerken. Dat vergt ook wat tijd naast de andere dingen..
Bij mijn vertrek aan de poort zei ik tegen Cees. Je hebt nog wel twee projectjes zag ik. Hoezo, zei Cees. Ik zei “Nou die houten bank hier aan de zijkant heeft geen zitting meer en de bank op de zevensprong heeft geen verflaag meer". Hij gaf ruiterlijk toe dat de houten bank naar de stort kon en de andere bank kwam op zijn werklijst. Ik heb hem nog Rolf uit Oosterhout aangeraden. Bij deze ook voor jullie. Van Rolf heb ik zelf ook diverse tuinbanken en tuinstoelen gekocht. Je kunt hem vaak op Marktplaats vinden met aanbiedingen, maar je kunt hem ook benaderen om een bestaande bank op te knappen. Als hobby restaureert hij bijzondere, geheel of deels uit gidsijzer bestaande tuinbanken. Je kunt dus ook de gewenste kleur(en) aan hem opgeven.
Juist in een kleine tuin is een zeer fraaie tuinbank een prima oppepper. Op dit moment heeft hij een prachtige geheel gietijzeren bank te koop. Die staat nog niet op Marktplaats. Die bank zou in een filmset passen.
Terugkomend op de laatste eigenaar die geen vijver in zijn tuin wilde. Zelf heb ik nu een hele grote vijver die vol zit met hitsige kikkers. Soms zijn ze en masse een poosje stil, zeker als er een reiger is geland. Vandaag had ik zelfs een ooievaar op het gazon! Dan begint één kikker rustig te kwaken, dan starten andere met rrrrrrrrrr rrrrrrrrrrrr rrrrrrrrrrr. Ze zijn dus niet van Chinese makelij. En dan begint er eentje er bovenuit te gillen en te gieren. Die krijgt zeker zijn zin niet. Ook als ik 's avonds in bed lig en het licht uit doe en het is al lang donker buiten, hoor ik ze weer. Bestaat er zoiets als een kikker-verschrikker?
Eduard