donderdag 6 februari naar Hengelo
Met de Hanzelijn zijn we al snel in Zwolle, maar de overstap op de dieseltrein richting Enschede is aan de krappe kant. We halen het wel en zijn daardoor al vroeg in de middag in Hengelo. We kopen kaartjes voor de terugreis en melden ons in het Tuindorphotel 't Lansink, waar we geboekt hebben. We krijgen een kamer aan de overkant van de C.T. Storkstraat. Het hotel was eerder het gastenverblijf van het bedrijf Stork en de straat is genoemd naar de oprichter, voor wie naast het hotel ook een monument is verrezen.
We wandelen door het tuindorp 't Lansink, dat in het begin van de 20ste eeuw is gebouwd voor de werknemers van Stork en verwante bedrijven. Het tuindorp is opgezet volgens de principes van de Engelse ''garden cities'', met de bijbehorende karakteristieken:
-
parkachtig groen
-
ruime kavels
-
zeer gevarieerde architectuur
-
diversiteit van woningtypen
-
sociale differentiatie van de bewoning
-
pleinruimtes en doorzichten
-
bijzondere tuinmuren en -hekken
-
witgepleisterde huizen.
Een hofje is een van de woonvormen in het tuindorp 't Lansink
Deels witgepleisterde huizen en tuinmuren langs de straat
Een bestaande beek is als structurerend element in de stedenbouwkundige verkaveling opgenomen
Het voor de aanleg van 't Lansink benodigde zand werd midden in de wijk afgegraven. In de zo ontstane vijver is de bad- en zweminrichting het Tuindorpbad gevestigd.
De centrale vijver in 't Lansink
Na onze wandeling gaan we naar het Techniekmuseum HEIM (Hengelo's Educatief en Industrieel Museum), in de voormalige Wilhelminaschool aan de Industriestraat. Het museum is ingericht met apparaten die afkomstig zijn van in Hengelo gevestigde industriele bedrijven: Stork, Hollandse Signaalapparaten, Heemaf, Twentsche Kabelfabriek, Hengelosche Trijpweverij en meer. Deze bedrijven zijn, zij het vaak onder een andere naam, veelal nog in Hengelo gevestigd.
In het Techniekmuseum is een model te zien van een suikerfabriek die Stork voor Cuba heeft geleverd
Een van de talrijke vrijwilligers in het museum wijst ons op de in het nieuwe gebouw van het ROC nog aanwezige werkhal van de voormalige ijzergieterij van Stork. De hal bestaat uit twee delen, die na elkaar zijn gebouwd. De hal functioneert nu als centrale verkeers- en ontmoetingsruimte van het ROC.
De werkhal van de voormalige ijzergieterij van Stork is nu de centrale verkeersruimte van het ROC Twente
's Avonds eten we met een aantal medereizigers in het restaurant De Blauwe Engel, waarvan de wanden rijkelijk zijn voorzien van spoorwegparafernalia.
| Naar het begin | Naar vrijdag 7 februari |